Onderzoek moet de werkelijke bijdrage van de veehouderij aantonen
‘Kijk breder dan reductie stikstof’
Hoewel de coronacrisis het stikstofdossier naar de achtergrond heeft gedrukt, is er nog geen oplossing voor de impasse waarin overheid en veehouderij verkeren. Onderzoeksjournalist Geesje Rotgers pleit om breder te kijken dan alleen de reductie van stikstof.
Onderzoeksjournalist Geesje Rotgers is het boegbeeld van Agrifacts en medewerker bij het Mesdag Zuivelfonds. Agrifacts is de stichting die rapporten en onderzoeken van en voor overheden en niet-gouvernementele organisatie (ngo’s) over de veehouderij toetst op juistheid. Mesdag Zuivelfonds is een organisatie voor onderzoek en innovatie in de veehouderij. Er heerst veel onenigheid tussen overheid en landbouwers over de bijdrage van de landbouw aan de ammoniakdepositie en de gewenste aanpak om de uitstoot te verminderen.
Waarom is het zo moeilijk om de bijdrage van de landbouw aan de stikstofdepositie te berekenen?
“Allereerst is er de verschrikkelijke complexiteit van de invulling van de regelgeving. Daarnaast is er een verschrikkelijke complexiteit van het RIVM-model dat gebruikt wordt om de depositie te bepalen. Het model is niet geijkt met metingen. Het is vooral gericht op aannames. Daarom heeft het Mestdagfonds in november 2019 opdracht gegeven aan de Universiteit van Amsterdam om de daadwerkelijke stikstofdepositie op de bodem te bepalen. Mesdagfonds wil weten tot welke afstand van de boerderijen de ammoniak neerslaat, om hoeveel stikstof het gaat en hoeveel er uiteindelijk in natuurgebieden terechtkomt. Dit onderzoek gaat drie jaar duren.”
Toch gaat de minister ondertussen door met haar beleid.
“Ja, en met een beleid dat gericht is op emissie, niet op depositie. Dat is erg jammer want er zit weinig verband tussen uitstoot van stikstof - door verkeer, industrie en landbouw - en depositie van die stikstof op natuurgebieden. Terwijl de Natura 2000-gebieden juist de reden zijn waarom er maatregelen worden genomen. Op 7 februari heeft minister Schouten bekendgemaakt 350 miljoen euro uit te trekken voor piekbelasters in de landbouw. Grote piekbelasters aanpakken heeft lang niet altijd een grote invloed op de depositie op een natuurgebied. Stikstof die als ammoniak vrijkomt uit de veehouderij, valt voornamelijk heel dicht in de buurt van de bron neer. Het is dus de vraag of het huidige beleid van de minister het juiste effect heeft.”
Waar gaat het mis tussen beleid en praktijk?
“Wat er de afgelopen decennia op hoofdlijn misgaat, is dat de gemeten hoeveelheid ammoniak in de lucht niet klopt met de maatregelen die de overheid genomen heeft. De ammoniakuitstoot is fors verminderd, de hoeveelheid ammoniak in de lucht is al decennialang ongeveer hetzelfde. De volgende reactie van de overheid is dat er een nieuwe maatregel komt. Je krijgt dus maatregel op maatregel op maatregel. Maar als het model niet klopt, of de metingen niet, dan weet je niet hoeveel effect maatregelen hebben. Op lokaal niveau heeft het model dat de overheid en het RIVM gebruiken een onzekerheid van 100 procent bij het omrekenen van emissie naar depositie. Ik denk dat de onzekerheid zelfs groter is omdat het model rekent met cijfers waar ook grote onzekerheid op zit. Vandaar dat we onderzoek laten doen naar waar de stikstof vandaan komt.”
Is de door de overheid gewenste maximale depositie op natuurgebieden überhaupt haalbaar?
“Als de veehouderij volledig uit Nederland verdwijnt zit 70 procent van de natuurgebieden boven de gewenste stikstofnorm. In een leeg Nederland zit een derde van de natuurgebieden nog boven de norm. Wat zegt die norm dan als blijkt dat die niet haalbaar is? Ondertussen zorgt de toetsing aan deze norm er wel voor dat er veel beperkingen zijn bij de vergunningverlening waardoor de veehouderij in de wijde omtrek geen ontwikkelingsruimte heeft.”
Waar liggen de oplossingen?
“Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) heeft daar in december een publicatie over uitgebracht. Daarin staat dat het reduceren van stikstofdepositie niet de ultieme aanpak is om de natuur te verbeteren. De gewenste aanpak zou per Natura 2000-gebied kunnen verschillen. Je moet ook kijken naar zaken als de grondwaterstand en het natuurbeheer dat in het gebied plaatsvindt.”
Belandt deze zienswijze voldoende op de politieke agenda?
“Nee. Politieke partijen met D66, GroenLinks en de Partij voor de Dieren voorop hebben een andere agenda. Ze willen de veehouderij verkleinen. Daarvoor grijpen ze alles aan. Als het niet de onrealistische stikstofnorm is, dan is het wel het klimaatdossier. Zelfs de coronacrisis wordt nu aangegrepen om de veehouderij aan te pakken. Het is lastig om in dit geheel het juiste verhaal naar voren te brengen. Het is aan ons de taak om niet afgeleid te raken en door te blijven gaan. Met ons onderzoek hopen we in ieder geval de werkelijke bijdrage van de veehouderij aan te kunnen tonen.”