Betonhuis: Miljoenennota 2026 biedt kansen, maar vraagt om voorspelbaar beleid
De Miljoenennota voor 2026 laat zien dat het kabinet sterk inzet op koopkracht en lastenverlichting op de korte termijn. Nederlanders krijgen er gemiddeld 1,3 procent aan koopkracht bij, met accijnsverlagingen en een gedifferentieerde vliegtaks als zichtbare maatregelen. Voor woningbouw, infrastructuur en verduurzaming blijven de plannen echter te versnipperd en te onzeker.
In 2024 werden slechts 55.000 woningvergunningen verleend – ruim onder de ambitie van 100.000 per jaar. Ondanks miljarden voor stikstofaanpak verandert dat weinig zolang bezwaarprocedures, stikstofnormen en vergunningstrajecten onduidelijk blijven. Betonhuis roept politieke partijen op om centrale regie te nemen en juridische zekerheid te bieden met gebiedsgerichte stikstofplafonds en heldere normen.
Woningbouw en bestaande bouw
De bouw van nieuwe woningen blijft achter bij de behoefte, mede door teruglopende vergunningen en projectstarts. Het kabinet reserveert in 2026 € 900 miljoen van het totale budget van € 2,5 miljard om dit te versnellen. Tegelijkertijd treedt de nieuwe Nota Ruimte in werking en het wetsvoorstel versterking regie volkshuisvesting, waarmee overheden beter kunnen sturen op aantallen, locaties en doelgroepen van woningen. Voor spoedzoekers, Oekraïners en statushouders is € 79 miljoen extra beschikbaar voor flexwoningen en transformatie van bestaande gebouwen. In de bestaande bouw liggen ambitieuze verduurzamingsdoelen: 2,5 miljoen woningen isoleren, 120.000 gebouwen ingrijpend verduurzamen en 500.000 nieuwe warmtenetaansluitingen realiseren voor eind 2030. Volgens betonhuis vragen deze maatregelen om de noodzaak van voorspelbare vergunningen, centrale regie en structurele inzet op duurzame bouwmaterialen.
Duurzame materialen vragen om normering
De Miljoenennota verwijst naar Europese verplichtingen (Green Deal, Fit for 55, circulaire economie), maar bevat geen concrete stappen om duurzaam bouwen te versnellen. Betonhuis wijst erop dat duurzaam beton al vaak voldoet aan toekomstige milieuprestaties, maar in de praktijk buiten standaardnormen valt. Wij pleiten voor:
- meer ruimte voor experimenteerruimte en versnelde toelating van duurzame materialen;
- verankering van de Whole Life Carbon-benadering in aanbestedingen en wetgeving;
- stimulansen voor circulair slopen en hergebruik van grondstoffen.

Energie en investeringsklimaat
Ondernemersorganisaties VNO-NCW en MKB-Nederland wijzen terecht op het verslechterende investeringsklimaat. De CO₂-heffing blijft voor de industrie een papieren werkelijkheid, terwijl hoge energiekosten en netcongestie verduurzaming juist in de weg staan. Voor betonproducenten betekent dit dat elektrificatie en CO₂-vrije productie moeizaam op gang kunnen komen. Ook de aangekondigde afvalstoffenheffing van ruim € 500 miljoen dreigt circulaire investeringen af te remmen. Voor beton is dat extra zorgelijk: recycling en het gebruik van betongranulaat zijn essentieel om klimaatdoelen te halen. De Miljoenennota biedt mogelijkheden om de maak- en bouwsector ook te versterken, bijvoorbeeld via investeringen in technologie en innovatie (IPCEI, ETCI) en de uitbreiding van de WBSO-regeling voor R&D.
Arbeidsmarkt en onderwijs
De arbeidsmarkt blijft krap, ook voor de bouw en betonketen. Wij steunen daarom initiatieven voor Leven Lang Ontwikkelen en een betere aansluiting van het mbo op tekortsectoren zoals techniek en bouw. Zo kunnen jongeren en zij-instromers bijdragen aan de verduurzaming van onze sector. Tegelijk waarschuwen wij dat hogere lasten en premies de concurrentiepositie van de maakindustrie verder onder druk zetten. Stijgend ziekteverzuim en de grote instroom in de WIA raken ook onze bedrijven. Wij steunen maatregelen die duurzame inzetbaarheid en gezonde arbeidsomstandigheden bevorderen, met minder regeldruk voor werkgevers.

Maakindustrie als strategische bouwpartner
Het kabinet kiest voor koopkrachtmaatregelen, maar ontziet ministeries niet volledig van inflatiecompensatie – een stille bezuiniging die innovatie en verduurzaming kan raken. Betonhuis pleit juist voor voorspelbaar industriebeleid met stabiele regels, fiscale prikkels en ondersteuning van technische opleidingen. De betonindustrie investeert in CO₂-vrije productie, elektrificatie en circulaire toepassingen. Met prefabricage en digitalisering versnellen we de bouw, verlagen we stikstofuitstoot en reduceren we faalkosten. De maakindustrie is daarmee een strategische bouwpartner – mits beleid dit ondersteunt.
Conclusie
De Miljoenennota 2026 geeft koopkracht een impuls, maar laat de structurele problemen in de bouwketen grotendeels liggen. Voor een betaalbare woningbouw, veilige infrastructuur en een circulaire economie zijn vooral nodig:
- voorspelbare vergunningen en stikstofregels;
- stabiel energie- en belastingbeleid;
- stimulansen voor duurzame en circulaire materialen.
Tegelijk biedt de nota kansen voor de bouw- en maakindustrie, zoals ondersteuning voor innovatie, scholing en wind op zee, én vrijstelling van administratieve lasten voor kleinere bedrijven. Betonhuis pleit ervoor deze kansen te benutten en te koppelen aan duidelijke en voorspelbare spelregels, zodat de sector kan bijdragen aan een sterke, duurzame en toekomstbestendige bouw.
Andere bronnen en reacties::
VNO-NCW - reactie Miljoenennota
ING - gevolgen bouwsector Miljoenennota
