Betongranulaat in gestorte betonconstructies
Gesloopt beton kan na bewerken (breken, zeven, reinigen) uitstekend worden hergebruikt als nieuw toeslagmateriaal voor beton (betonrecycling). Hergebruik van beton is belangrijk om onnodige afvalstromen te voorkomen en primaire grondstoffen te sparen.
Tot in de tweede helft van de 20e eeuw werd afval gewoon weggegooid. Aangezien daardoor de vervuiling van de leefomgeving sterk steeg, kwam - onder druk van de opkomende milieubeweging en strengere wetgeving - het hergebruik van afval op gang. Een belangrijke stimulans was ook dat hergebruik, door de duurder wordende grondstoffen, economisch interessanter werd. Hierdoor ontstond een aparte industrie die zich op hergebruik en recycling ging toeleggen.
Normen en aanbevelingen voor recyling van beton
In de Nederlandse aanvulling op de betonnorm NEN-EN 206 worden twee soorten betongranulaat onderscheiden op basis van volumieke massa. Gekoppeld aan de volumieke massa en de milieuklasse waarin het beton wordt toegepast, is een maximaal vervangingspercentage (V/V) toegelaten in de norm.
De voordelen van het hergebruik van beton
Hergebruik van beton in gestorte constructies en gebouwen heeft milieuvoordelen.
- Het gebruik van primaire grondstoffen wordt beperkt. Het grind in het beton kan geheel of gedeeltelijk door granulaat worden vervangen. De kringloop van het materiaal wordt volledig gesloten.
- Bij in het werk gestorte constructies blijft bouwafval tot een minimum beperkt. Restbeton gaat retour naar de betonmortelcentrale. Daar vindt verwerking tot weer bruikbare grondstoffen plaats.
Vervangingspercentage van grof toeslagmateriaal (in volumepercentage)
Soort recyclinggranulaat | Volumieke massa ρrd (kg/m³) | Milieuklasse | |
---|---|---|---|
X0 | Overige milieuklassen | ||
Type A1 (betongranulaat) | ≥ 2.200 | 50% | 30% |
Type A2 (betongranulaat) | ≥ 2.000 | 50% | 20% |
CUR aanbevelingen
CUR-Aanbeveling 112
Op basis van CUR-aanbeveling 112 Beton met betongranulaat als grof toeslagmateriaal zijn hogere vervangingspercentages mogelijk. Deze gelden voor betongranulaat dat voldoet aan de eisen in CUR-Aanbeveling 112. Voor vervangingspercentages tussen 50 en 100% geeft CUR-Aanbeveling 112 aangepaste rekenwaarden voor enkele betoneigenschappen en worden enkele milieuklassen uitgesloten. In grote lijnen komt deze CUR-aanbeveling neer op de verantwoorde mogelijkheid tot 50% vervanging van grind door betongranulaat zonder dat de rekenregels voor betonconstructies aangepast behoeven te worden.
CUR-aanbeveling 106
De CUR-aanbeveling 106 Beton met fijne fracties uit recyclinggranulaten als fijn toeslagmateriaal, het gaat hier om primair gewonnen betonzand 0/4 dat gedeeltelijk wordt vervangen door recyclingsbrekerzand 0/4 of de fijne fractie van beton- of menggranulaat 0/10.
CUR-aanbeveling 127
Deze CROW-CUR Aanbeveling is inhoudelijk gebaseerd op de resultaten verkregen in een uitgebreid onderzoek aan beton vervaardigd met fijne en grove betongranulaten geproduceerd met twee innovatieve recyclingmethoden, die zijn vastgelegd in een achtergrondrapport. Het onderzochte beton heeft een 28-daagse druksterkte van ca. 45 MPa, waarbij maximaal 60% V/V van het fijne toeslagmateriaal en maximaal 100%V/V van het grove toeslagmateriaal is vervangen door respectievelijk fijn en grof betongranulaat.
Verschil tussen betongranulaat en menggranulaat
Betongranulaat is het materiaal dat meer dan 90% beton met eenvolumieke massa ρa ≥ 2100 kg/m³ bevat. Menggranulaat is een mengsel van beton- en metselwerkgranulaat dat meer dan 50% beton met een volumieke massa ρa ≥ 2100 kg/m³ bevat. In verschillende CUR-Aanbevelingen zijn aanvullende regels opgenomen voor de toepassing van beton- en menggranulaten. Zo maakt CUR-Aanbeveling 112 'Beton met betongranulaat als grof toeslagmateriaal' vervanging van het harde dichte toeslagmateriaal mogelijk door betongranulaat met percentages tot 50, of onder voorwaarden zelfs 100%. Met menggranulaat kan tot maximaal 20% toeslagmateriaal worden vervangen zonder aanpassing van rekenwaarden (art. 5.1.1.1 van NEN 6720).
Bij de toepassing van hogere vervangingspercentages, volgens CUR-Aanbeveling 80, moet extra aandacht worden besteed aan de toename van krimp en kruip. Bovendien is bij schoonbeton de nodige zorgvuldigheid op zijn plaats bij het gebruik van menggranulaat.
Overige Normen en Aanbevelingen |
---|
Bron: Betonlexicon |
NEN-EN 206-1 Beton; Deel 1; Specificatie, eigenschappen, vervaardiging en conformiteit; |
NEN 8005 Nederlandse invulling van NEN-EN 206-1, Beton; Deel 1; Specificatie, eigenschappen, vervaardiging en conformiteit; |
NEN-EN 12620, Toeslagmateriaal voor beton. |
NEN 5905, Nederlandse invulling van NEN-EN 12620 Toeslagmateriaal voor beton |
NEN-EN 1992 Eurocode 2, Ontwerp en berekening van betonconstructies |
NEN-EN 13670 Het vervaardigen van betonconstructies (vervangt NEN 6722) |
CUR-Aanbeveling 80, Beton met menggranulaten als grof toeslagmateriaal. |
CUR-Aanbeveling 106, Beton met fijne fracties uit BSA-granulaten als fijn toeslagmateriaal. |
CUR-Aanbeveling 112, Beton met betongranulaat als grof toeslagmateriaal. |
Beoordelingsrichtlijn 2506, Recyclinggranulaten voor toepassing in beton, wegenbouw, grondbouw en werken. |