Betonhuis Bestrating gaat voor duurzaam en transparant beton
Beton met minder of helemaal geen cement, het toepassen van circulair materiaal: de betonnen bestratingsindustrie is bij uitstek een sector waarin innovaties op het gebied van duurzaam beton geïntroduceerd kunnen worden. Daarnaast biedt de industrie diverse oplossingen voor de gevolgen van klimaatverandering, zoals hittestress en wateroverlast door extremere buien. Daarbij speelt transparantie een grote rol: in een rommelig speelveld waarin nog niet helemaal duidelijk is hoe overheden de omslag naar een duurzame en circulaire economie kunnen maken, doen producenten die zijn aangesloten bij brancheorganisatie Betonhuis Bestrating wat ze beloven. Dat bewijzen ze onder meer met de BRL K11002 ‘Genereren van Milieuprofielen voor betonnen infraproducten’. Deze BRL helpt overheden bij het maken van groene, verantwoorde keuzes.
Nederland staat voor een grote opgave wat betreft verduurzaming. In 2030 moet de CO2-uitstoot met 49 procent zijn verminderd ten opzichte van 1990. Ook moet minimaal de helft minder aan mineralen, fossiele grondstoffen en metalen worden gebruikt. In 2050 is de economie volledig circulair. Dit betekent nogal wat voor de industrie, waaronder de bouw en de bouwtoelevering. Welke rol kan de betonnen bestratingsindustrie hierin spelen? “We kunnen als sector een grote impact hebben,” aldus Eric de Groot, CCO bij BTE Nederland, waar De Hamer Beton deel van uitmaakt. “Betonnen bestratingsproducten vormen zo’n 18 procent van het totale aandeel aan beton (inclusief betonmortel) dat in Nederland geproduceerd wordt. Wanneer we stappen maken op duurzaamheidsvlak heeft dat dus zeker invloed. Het voordeel voor onze branche is dat we iets meer risico kunnen nemen dan andere betonsectoren. We hoeven geen rekening te houden met de constructieve veiligheid van bouwwerken. In onze producten zit geen wapening of voorspanning. Dat betekent dat we wat vrijer kunnen experimenten. Bijvoorbeeld met nieuwe betonsamenstellingen. De lessen die wij hieruit trekken, kunnen de rest van de betonsector helpen bij het verder verduurzamen van beton.”
Circulair beton
Een van de inspanningen op weg naar een circulaire economie is het toepassen van gerecycled materiaal in beton. Daarmee wordt de MKI-waarde van het product verlaagd. “We gaan uit van de toepassing van 15 procent secundair materiaal in onze betonproducten,” aldus Alfons van Woensel, directeur van APG Benelux, waar Struyk Verwo Infra onder valt. “Een hoger percentage aan gerecycled materiaal kan wel, en doen we indien gevraagd. Maar liever leveren we over de hele linie producten met 15 procent granulaat. Dat heeft te maken met de beschikbaarheid van kwalitatief goed granulaat: er is niet genoeg om een hoger percentage granulaat in alle betonproducten te stoppen. Bovendien moet je ervoor waken dat je eventuele duurzaamheidswinst door het maximaliseren van de hoeveelheid gerecycled materiaal niet op een ander vlak weer te niet doet. In sommige gevallen is er namelijk, om de benodigde sterkte te halen, meer cement nodig. Daar moet je transparant over zijn.”
Minder of geen cement
Binnen de sector wordt ook gewerkt aan het verlagen van het cementgehalte in betonproducten, verantwoordelijk voor het grootste deel van de CO2-uitstoot in de productie van beton. “Het toepassen van minder cement of een ander type cement is niet nieuw,” aldus Jan Dirk Staman algemeen directeur van v.d. Bosch Beton. “Dat doen we al sinds de jaren tachtig. In vergelijking met andere landen doet Nederland het bovendien goed: in plaats van Portlandcement wordt hier veel hoogovenslak gebruikt. Dat scheelt in CO2-uitstoot. Naast het verminderen van het aandeel cement kijken we ook naar andere bindmiddelen, zoals geopolymeer. We waren een van de eersten in de branche die hier mee ging experimenteren. Op zo’n moment is het fijn dat er opdrachtgevers die een dergelijke innovatie aandurven.” MBI komt met een andere oplossing om het cementgebruik te reduceren. “Dankzij de CEMsaver hoeven we minder cement te gebruiken,” aldus Marcel Bettonvil, directeur van MBI. “Bij het maken van beton heb je altijd cement dat niet reageert. Door het gebruik van een duurzaam hulpmiddel kunnen we 30 procent minder cement gebruiken in onze betonstenen. Dat leidt in de hele keten van beton tot een CO2-afname tot 35 procent.”
Transparant beton
De Groot juicht de verduurzamingsinitiatieven in de branche toe, evenals de bereidheid van opdrachtgevers om innovatieve producten toe te passen. “Overheden zijn op zoek naar producten met lagere MKI-waarden en zijn daarom bereid om nieuwe producten een kans te geven. De drang om te verduurzamen brengt echter ook bedreigingen voor de sector mee,” signaleert De Groot. “We staan nog aan het begin van de verduurzamingsslag. Overheden willen duurzaam inkopen, maar soms ontbreekt het aan kennis. Dat brengt risico’s met zich mee. Opdrachtgevers komen soms met eisen die voor ons praktisch onuitvoerbaar zijn. Het is aan ons als sector om ons verhaal te vertellen, te laten zien waar we mee bezig zijn. Dat bedoelen we met transparant beton. We zijn namelijk al een heel eind op weg.”
BRL K11002
De sector heeft afspraken gemaakt over het aandeel circulair materiaal in hun producten, vastgelegd in de Beoordelingsrichtlijn BRL K11002 ‘Genereren van Milieuprofielen voor betonnen infraproducten’. “Hiermee krijgen opdrachtgevers in de GWW-sector een praktische, uniforme toetsing in handen. De BRL K11002 is door Kiwa samen met de branchevereniging van fabrikanten van betonnen bestratingsmaterialen ontwikkeld en toetst of fabrikanten hun producten conform vereiste milieuprofielen vervaardigen. De BRL kijkt daarmee ‘achter de voordeur’ van de fabrikanten; iets wat ontbreekt bij veel andere duurzaamheidskeurmerken. Deze beoordelingsrichtlijn toetst zaken als aard en herkomst van grondstoffen, mengselsamenstellingen, gebruik van secundaire grondstoffen, gegevens over energiegebruik, gekwalificeerd personeel, gevalideerde softwaretools en conformiteit aan (inter-)nationale normen en regels. De afgegeven duurzaamheidsverklaring aan de producent leidt tot gewaarborgde milieuprofielen voor de beschreven producten.”
Duurzaamheid is meer dan milieu
Met het opstellen van deze beoordelingsrichtlijn hoopt de sector overheden op weg te helpen en te voorkomen dat er eisen worden gesteld die implicaties hebben voor de kwaliteit en levensduur van het beton. Want duurzaamheid gaat verder dan alleen milieu, CO2-reductie en MKI-waarden, vindt Marcel Bettonvil. “Het gaat ook over levensduur, veiligheid, de toepassing in een functie en esthetiek. Wanneer een product aan een van die eisen niet voldoet, is het product niet duurzaam.”
Klimaatadaptatie
Voor een duurzame toepassing van betonproducten spelen namelijk meer onderwerpen een rol, naast CO2-reductie en circulariteit. Ook moeten oplossingen worden gevonden voor de gevolgen van de klimaatverandering, zoals hittestress in steden en wateroverlast door extremere buien. De branche biedt op dat vlak verschillende oplossingen, zoals waterdoorlatende bestratings- en straatmaterialen. Soms bieden producten een antwoord op meerdere vragen, zoals grasbetontegels. Door deze toe te passen op parkeerplaatsen, wordt niet alleen wateroverlast tegengegaan, maar ook hittestress. Oplossingen hoeven ook niet altijd ingewikkeld te zijn, of het resultaat van een lang denkproces. Om hittestress in steden tegen te gaan, kunnen gemeenten kiezen voor de toepassing van bestratingsmaterialen met een lichtere kleur. Hoe donkerder de verharding in steden, hoe meer warmte wordt vastgehouden.
De straat van de toekomst
Beton wordt vaak niet gezien als een van de meest innovatieve materialen. Dat vooroordeel geldt zeker ook voor de betonnen bestratingsindustrie. Toch zijn er binnen de sector allerlei initiatieven om voor diverse vraagstukken de beste oplossing te vinden. Niet alleen op het gebied van duurzaamheid en milieu, maar ook op andere vlakken, zoals klimaatverandering. De industrie denkt daarbij graag met de opdrachtgever mee en zet alles op alles om op de vragen uit de markt de kunnen inspelen. Transparantie is daarin belangrijk voor de branche. “We willen ons verhaal vertellen en laten zien dat we doen wat we beloven.”