Nieuwe eisen voor duurzamer beton in projecten Rijkswaterstaat
Rijkwaterstaat zet een belangrijke stap op weg naar een klimaatneutrale en circulaire infrastructuur, door nieuwe, duurzame, eisen voor beton. De eisen komen voort uit afspraken in het Betonakkoord en gelden sinds begin 2022 voor alle nieuwe projecten van Rijkswaterstaat.
Hoogwaardig hergebruik
In 2030 wil Rijkswaterstaat 100% van het te slopen beton hoogwaardig hergebruiken. Dat begint door betonnen objecten te gebruiken tot de maximale levensduur is bereikt, zo nodig met levensduurverlengend onderhoud. Wanneer sloop onvermijdelijk blijkt, kunnen losse elementen hergebruikt worden. Het beton van de niet herbruikbare elementen wordt als grondstof gebruikt in nieuw beton. Gesloopt beton als wegfundering ziet Rijkswaterstaat niet als hoogwaardig hergebruik. Over een paar jaar is dit ook niet langer toegestaan binnen projecten.
Steeds lagere MKI-waarde
Het RTD 1033 stuurt aan op verlaging van de MKI-waarde. Deze milieukostenindicator wordt uitgedrukt in euro’s en wordt berekend door alle relevante milieueffecten samen te voegen in één getal. Hoe lager de MKI-waarde, des kleiner de impact op het milieu. In het RTD 1033 staan plafondwaarden beschreven voor betonmengsels van verschillende sterkteklassen, voor prefab geproduceerde betonelementen en prefab liggers. Die waarden dalen iedere twee jaar met 4% en gelden voor alle marktpartijen.
Tussentijds bijstellen
Er is nog een lange weg te gaan naar klimaatneutraal en circulair werken in 2030. Rijkswaterstaat kijkt daarom samen met andere partijen binnen het Betonakkoord naar de behaalde prestaties van de meest innovatieve marktpartijen. Gaan zij sneller dan verwacht, dan worden de plafondwaarden voor de overige marktpartijen bijgesteld. Achteroverleunen is dan geen optie, zo wordt het innovatietempo geborgd.