Praktijk proef van VBI geslaagd: kanaalplaat met 90% CO₂-reductie door innovatief bindmiddel
Dankzij de ontwikkeling van het alternatieve bindmiddel INVIE door de BTE Groep zegt VBI in staat te zijn om tijdens de productie van kanaalplaten te komen tot een CO2-reductie van wel 90%. Volgens Thies van der Wal, adviseur duurzaamheid bij VBI, presteren de vloeren met INVIE minimaal 15 procent beter dan de huidige norm. Een praktijkproef toont dit aan.
Twee derde van het totale CO₂-profiel van de kanaalplaatvloer van VBI wordt toegeschreven aan het bindmiddel. De ontwikkeling van een duurzaam bindmiddel is cruciaal voor het verminderen van de milieueffecten van de productie. Het nieuwe bindmiddel is ontwikkeld en gepatenteerd door ASCEM, een kennisinstituut van de BTE Groep. Het wordt gemaakt door het omsmelten van reststromen waardoor er een reactief glas ontstaat. Dit glas wordt gemalen en met enkele toevoegingen verwerkt tot een kwalitatief hoogwaardig bindmiddel.
Praktijkproeven
Praktijkproeven hebben aangetoond dat het product succesvol is en de verwachtingen heeft overtroffen. Het heeft geleid tot betere prestaties van de vloerelementen. De betonfabrikant benadrukt het nieuwe bindmiddel een significante CO₂-reductie mogelijk maakt, vooral in vergelijking met traditionele bindmiddelen zoals portlandcement. Hoewel er uitdagingen zijn bij het opschalen van de productie van INVIE, benadrukt Van der Wal de behoefte aan overheidssteun en een passende productnorm.
Integrale CO₂-eis
Van der Wal pleit voor een integrale CO₂-eis vanuit de overheid, waardoor producten met een lage milieudruk gestimuleerd worden. Bijvoorbeeld een maximale initiële hoeveelheid CO₂ per m2 gebouw. Eerdere innovaties van VBI omvatten ontwerpdetails voor 'remontabel' bouwen en het bieden van retournamegarantie voor bouwproducten, wat bijdraagt aan circulaire bouwpraktijken.
Meer informatie op de website van VBI