Wetsvoorstel verplichting vertrouwenspersoon aangenomen door Tweede Kamer
Op 23 mei 2023 heeft de Tweede Kamer een wetsvoorstel aangenomen op grond waarvan een werkgever wordt verplicht om een (interne of externe) vertrouwenspersoon aan te stellen. Een aantal wijzigingen zijn aangebracht in het oorspronkelijke wetsvoorstel dat beoogt vertrouwenspersonen in de werkomgeving te versterken. Deze wijzigingen zijn als volgt:
- De indieners erkennen dat een verplichte aanstelling van een vertrouwenspersoon leidt tot verhoogde administratieve en financiële lasten voor werkgevers. Daarom wordt nu de mogelijkheid geboden om een externe vertrouwenspersoon aan te stellen, al dan niet via een branchevereniging of arbodienst.
- Een (externe) vertrouwenspersoon is niet verplicht om organisaties uit eigen beweging te benaderen om beleid door te nemen of ongevraagd advies te geven als er geen meldingen zijn. Echter, op verzoek van de organisatie of in geval van meldingen moet een (externe) vertrouwenspersoon de ruimte hebben om zelf constateringen te doen en advies te geven met betrekking tot het arbeidsomstandighedenbeleid.
- De verplichting om een vertrouwenspersoon aan te stellen geldt voorlopig alleen voor organisaties met ten minste 10 werknemers.
De verwachting is dat de Eerste Kamer dit wetsvoorstel zal goedkeuren.
Externe vertrouwenspersonen
Betonhuis heeft al geruime tijd oog voor het belang van een externe vertrouwenspersoon en biedt medewerkers in de betonindustrie (van lidbedrijven) de mogelijkheid om contact op te nemen met een externe vertrouwenspersoon. We werken hiervoor samen met bureau De Vertrouwenspersoon. Dit bureau heeft landelijke dekking en de vertrouwenspersonen hebben jarenlange ervaring op dit gebied. Ze zijn aangesloten bij de Landelijke Vereniging van Vertrouwenspersonen (LVVV) en zijn dagelijks bezig met het behandelen van kwesties met betrekking tot ongewenst gedrag en integriteit binnen organisaties en instellingen.
Betonhuis draagt de algemene kosten voor het beschikbaar stellen van de vertrouwenspersonen en een klachtenfunctionaris die landelijk opereert. De kosten voor gesprekken tussen medewerkers en de vertrouwenspersonen, adviesverlening, het beantwoorden van vragen, eventuele begeleiding naar een klachtencommissie en de kosten van het gebruik van een klachtencommissie worden gedragen door het lidbedrijf dat hiervan gebruikmaakt.