Vol vertrouwen uitdagend bouwjaar tegemoet
De bouwsector kan met enige opluchting terugkijken op 2020. Ook de nieuwbouwprognoses voor de komende jaren schetsen een opluchtend beeld: ondanks de nodige zorgen rondom corona en stikstof zal de nieuwbouwproductie dit jaar voor een belangrijk deel op peil gehouden kunnen worden.
De toegenomen politieke aandacht voor de woningbouw zorgt zelfs voor wat optimisme binnen de sector. Zo zijn de meeste politieke partijen er bijvoorbeeld voor om de woningcorporaties weer meer financiële lucht te geven. De extra aandacht zal de bouw in de kaart spelen.
Woningbouw
Het is echter de vraag of die politieke verschuivingen zich na de verkiezingen snel zullen uitbetalen in concrete nieuwbouwplannen. Bij de formatie van een nieuwe regering kunnen de ambities verwaterd raken. De nieuwe regering verandert bovendien niet zomaar de staande praktijk dat de lagere overheden de regie voeren over de ruimtelijke ordening. Een brede wooncoalitie waar de bouw zich bij heeft aangesloten, biedt het nieuwe kabinet daarom een plan aan dat voorziet in een groei van de woningproductie naar 100.000 woningen per jaar. Er hangt een prijskaartje aan van twee miljard euro per jaar. En de verhuurdersheffing zal moeten worden afgeschaft. Door het hoge prijskaartje zal het plan van de wooncoalitie in deze vorm het regeerakkoord niet halen, menen de marktonderzoekers van Buildsight. Mede daarom gaan ze uit van een zeer geleidelijk herstel van de woningnieuwbouwproductie naar 70.750 nieuwe woningen in 2023. Michel van Eekert, directeur van Buildsight, spreekt van 'herstel' omdat hij de woningbouw vorig jaar zag krimpen als gevolg van de (vooral door stikstof) tegenvallende vergunningverlening in 2019. De groei van de vergunningverlening was in 2020 niet groot genoeg om te voorkomen dat de woningbouw in 2021 iets verder krimpt (met 1 procent). In 2022 en 2023 blijft het herstel beperkt tot 2,5 à 4 procent. De nieuwe Buildsight-prognose voor de woningbouw is wel positiever dan de vorige. Dit komt door twee ontwikkelingen: Net als de woningbouwproductie aan het eind van 2020, leverde de Woningbouwimpuls meer op dan verwacht.
Utiliteitsbouw
Ook de verwachtingen van Buildsight voor de utiliteitsbouw zijn nu positiever dan voorheen. Dat is te danken aan de groei die de vergunningverlening voor veel gebouwsoorten in een groot deel van 2020 liet zien. Ook de dikker geworden pijplijn voor de kantorenbouw heeft daaraan bijgedragen. Van Eekert: “De utiliteitsbouwkrimp van circa 10 procent die we in 2020 hebben gezien, hadden we voor de coronacrisis al ingecalculeerd. De nieuwbouw heeft de gevolgen van de crisis dus kunnen weerstaan.” Dat schept volgens de directeur van Buildsight vertrouwen voor de toekomst. Het is daarom niet zo gek dat bouwondernemers een stuk optimistischer zijn dan hun collega’s in andere sectoren.