Betonhuis bereidt de betonsector voor op nieuwe wettelijke milieueisen met projectuitvoering CO₂-Roadmap
Het Betonakkoord en Bouwakkoord Staal juichen de nieuwe wettelijke milieuregels van de Rijksoverheid voor de Grond-, Weg- en Waterbouw (GWW) toe. Deze regelgeving vormt een belangrijke stap in het verduurzamen van infrastructuurprojecten, met specifieke focus op beton, asfalt en staal. Betonhuis speelt hierin een centrale rol door de sector actief voor te bereiden op de nieuwe eisen.
De wettelijke milieueisen moeten nog worden goedgekeurd door de Tweede Kamer tijdens het commissiedebat over de circulaire economie, dat oorspronkelijk op 2 oktober zou plaatsvinden. Omdat de staatssecretaris van Financiën op die dag verhinderd is, is het debat verplaatst naar 19 december, van 10.00 tot 14.30 uur, in aanwezigheid van de drie betrokken bewindspersonen. Joost Struijk, voorzitter van Betonhuis, zegt: “Wij vinden het jammer dat het debat is uitgesteld. De betrokken sectoren, zoals de betonbouw en infrastructuur, blijven nu langer in onzekerheid over de exacte eisen en richtlijnen van de nieuwe milieuwetgeving. Wij verwachten wel dat deze er komt, en daarom bereiden wij onze bedrijven voor door duurzame oplossingen te implementeren die gericht zijn op CO₂-reductie en aansluiten op deze nieuwe regels.”
Verduurzaming via de Betonhuis CO₂-Roadmap
In de afgelopen jaren heeft Betonhuis gewerkt aan een ambitieuze CO₂-Roadmap. Deze roadmap ondersteunt de (cement- en beton)sector bij het reduceren van de CO₂-uitstoot met 30% tegen 2030, door gebruik te maken van innovaties en nieuwe technieken in de industrie. De focus ligt op zes betonproductgroepen, waaronder betonmortel, bestrating en prefab constructies. Deze doelstellingen sluiten nauw aan op de nieuwe milieueisen van de overheid, die gericht zijn op het verminderen van de milieu-impact van bouwmaterialen. Het project zit vanaf januari in de uitvoeringsfase.
Monitoring en samenwerking in de betonketen
Een essentieel onderdeel van deze verduurzaming is de Monitoringstool, ontwikkeld in samenwerking met het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, het Betonakkoord en Betonhuis. Deze tool monitort de milieuprestaties van de betonindustrie en biedt meetbare resultaten. Betonhuis zet zich in om, samen met andere partijen uit de sector, de innovatiekracht verder op te schalen en aan de nieuwe wettelijke eisen te voldoen.
Inspelen op eisen van opdrachtgevers
Naast de vooruitgang in de GWW-sector zet Betonhuis zich ook in voor vergelijkbare milieueisen in de woning- en utiliteitsbouw. Betonhuis heeft mede gepleit voor meer overheidssturing om de sector te verduurzamen. Door een brede aanpak wordt ervoor gezorgd dat de gehele betonketen, van productie tot bouw, klaar is voor de toekomst van duurzame ontwikkeling. Volgens Betonhuis mag het uitgestelde debat niet leiden tot een latere invoering van de eisen. De deelnemers van de roadmap hebben zich hierop voorbereid en investeren momenteel in de duurzaamheidsroute.
Betrek de betonsector bij de normering van de maximale MKI
Betonhuis zal nauw betrokken moeten zijn bij de normering van de maximale MKI. De inzichten uit onze roadmap kunnen daarbij van grote waarde zijn. De nieuwe wettelijke milieueisen voor aanvullend circulair economiebeleid richten zich op het implementeren en handhaven van MKI-plafondwaarden voor de materialen asfalt en beton in de Grond-, Weg- en Waterbouw (GWW) bij medeoverheden. Joost Struijk: “Deze eisen moeten aansluiten bij wat betonfabrikanten technisch en realistisch haalbaar kunnen aanbieden. De MKI is afhankelijk van de beschikbare grondstoffen, en de betonsector maakt gebruik van veel reststromen uit andere industrieën, waarmee de CO₂-uitstoot van cement in beton teruggedrongen kan worden. Om de maximale MKI nauwkeurig te kunnen vaststellen, is het daarom essentieel om goed te monitoren welke grondstoffen beschikbaar zijn en worden gebruikt. Op dit moment is de MKI overigens onduidelijk door de nieuwe rekenset. CROW heeft een voorstel voor een MKI-centrum; het is belangrijk dat er ook vanuit overheidswege geld wordt vrijgemaakt voor het inrichten van een dergelijk MKI-kennisinstituut.”