kennispagina

Vloeistofdicht beton beschermt tegen schadelijke stoffen

Beton is een uitstekend materiaal om vloeistofdichte voorzieningen mee te realiseren. Meestal gaat het om vloeren die de bodem bescherming bieden tegen schadelijke stoffen, zoals in tankstations, mestopslag of wasstraten. Daarnaast is het ook van toepassing op wanden bij kelders en zwembaden.

Wat is de definitie van vloeistofdicht beton?

De definitie van een bodembeschermende voorziening is volgens het Activiteitenbesluit een vloeistofkerende voorziening, een vloeistofdichte vloer of verharding of een andere doelmatige fysieke voorziening, ter voorkoming van immissies (vervuiling) in de bodem. Voor bescherming tegen schadelijke stoffen is een deskundig ontworpen betonvloer een afdoende oplossing. Binnen deze regelgeving wordt gesteld dat een constructie als vloeistofdicht mag worden beschouwd zolang de verontreinigende vloeistof gedurende de levensduur van de constructie de niet door die vloeistof belaste zijde van de constructie niet bereikt. Oftewel, de vloeistof mag wel de constructie indringen, maar mag er aan de ander kant niet als vloeistof uitkomen.

Ontwerp van een vloeistofdichte constructie

Bij het ontwerp van vloeistofdichte constructies zal, naast de constructieve aspecten zoals optredende belastingen, speciale aandacht geschonken moeten worden aan de vloeistofdichtheid van het beton. De uitgaven waarin prestatie-eisen aan het beton worden geformuleerd staan hieronder.

Genoemde normen en richtlijnen behandelen toepassing van krimpvoegen bij ongewapend en/of Staal Vezel gewapend beton. Beheersing van scheurvorming door het uitvoeren van een controleberekening van de scheurwijdte bij voegloze vloeren en verhardingen van gewapend beton. De minimale ontwerpdikte van de betonconstructie en bij de volgende typen voorziening:

  • Continu belaste situaties;
  • Verharding zoals tankstations, overslag- en vulstations (druppelbelasting);
  • Opvangbakken voor opslagtanks (calamiteitenbelasting);
  • Opslagplaats onderafschot voor vaten (incidentele belasting).

Uitvoering van vloeistofdicht beton

Voor de verwerking en verdichting van de betonmortel en de afwerking van het betonoppervlak is vakbekwaamheid vereist om een goede vloeistofdichte constructie te krijgen. Aandachtspunten:

  • De betonmortelcentrale stelt het juiste mengsel samen, op basis van prestatie-eisen. Door een geschiktheidonderzoek wordt aangetoond dat ook aan de eisen van vloeistofdichtheid conform BRL 1801 wordt voldaan. 
  • Controle op vloeistofdichtheid vindt plaats aan de hand van een simulatie in het laboratorium op de betoncentrale. 
  • De bij Betonhuis aangesloten betoncentrales beschikken over een product-certificaat ‘Vloeistofdicht beton’.
  • Een goede nabehandeling van het betonoppervlak is vereist om zeker te zijn van een volledige verharding van beton aan het oppervlak.
     
Normen/Aanbevelingen 
bron: Betonlexicon
CUR/PBV-aanbeveling 63, Bepaling van de vloeistofindringing in beton door de capillaire absorptieproef.
CUR/PBV-Aanbeveling 65, Ontwerp, aanleg en herstel van vloeistofdichte voorzieningen van beton.
NEN 8005, bijlage A, tabel A.2, agressiviteit van (vloei)stoffen.
AS SIKB 6700 Inspectie bodembeschermende voorzieningen
SIKB Protocol 7702, Aanleg of herstel van een vloeistofdichte voorziening van beton