kennispagina

Plattegrond en detaillering van parkeergarages

Auteur: Taco van den Broek 12 september 2019 Laatste update 26 oktober 2020

Parkeergarages zijn niet meer weg te denken uit de hedendaagse stedenbouw. Het is de uitdaging om de ruimte die nodig is om efficiënt te kunnen parkeren, te combineren met andere functies van gebouwen, zoals wonen, werken en recreëren. Met de grote diversiteit aan prefab betonproducten is elke soort parkeerfaciliteit te ontwerpen en te bouwen.
 

Keuzes 

Een stallingsgarage bij een kantoor die alleen door eigen personeel wordt gebruikt, zal aan andere eisen moeten voldoen dan een garage bij een hoogwaardig winkelcentrum. Zo ontstaat er bij dagelijks gebruik van een parkeergarage gewenning, waardoor met kleinere plaatsen en rijbaanbreedtes kan worden gewerkt. Bij een winkelcentrum waar meubels voor zelfmontage worden verkocht, zullen veel klanten met een karretje achter de auto verschijnen. Dit vraagt om grotere parkeervakken. Ook zal er de hele dag door verkeersactiviteit zijn, in tegenstelling tot een parkeergarage bij een kantoor waarbij er sprake is van pieken tijdens de ochtend- en avondspits. 

Er zijn genoeg parkeergarages waar een standaardopzet uitkomst biedt. Hierbij kun je denken aan een rechthoekige vorm met vloervelden die 16 meter overspannen, voor tweezijdig haaks parkeren en met een rijbaan ertussen. Zeer efficiënt is de garage met parkeren op hellingbanen of een splitlevel garage met centrale inpandige stijgpunten. Echter, menige locatie of stedelijke omgeving leidt ertoe dat een standaardoplossing niet past en dat maatwerk vereist is in vormgeving en constructie. Ook hierbij bewijst prefab beton zijn kracht.

Afhankelijk van de beschikbare ruimte worden per project keuzes gemaakt voor de plattegrond. Parkeren loodrecht op de rijbaan geeft in de meeste gevallen het grootste aantal plaatsen per vierkante meter. In NEN 2443 is een aantal grafieken opgenomen waarin de relatie tussen de verschillende maten is vastgelegd. De meest voorkomende breedte van de parkeervakken bedraagt 2,40 à 2,50 meter. De stramienmaat wordt dan een veelvoud hiervan en bedraagt vaak 4,80 m tot 7,50 meter. Minder brede parkeervakken zijn meestal niet meer gewenst, omdat vanaf 1980 tot en met heden de breedte en de lengte van auto’s gemiddeld met ongeveer 5% is toegenomen.

In moderne garages worden in het algemeen geen kolommen tussen de parkeerruimten van de auto's geaccepteerd. Dit impliceert dat de vrije vloeroverspanning de lengte van twee parkeervakken plus een rijbaanbreedte bedraagt. Afhankelijk van de parkeerhoek en het toepassen van één- of tweerichtingsverkeer wordt zo de stramienmaat bepaald. Een veel voorkomende maat is 16,0 meter. Dit is de som van twee parkeervakken van 5,0 meter plus een rijbaanbreedte van 6,0 meter. Worden de auto's onder een hoek geparkeerd, dan kan de rijbaanbreedte worden verkleind.
 

Vormen 

  • Rechthoekig: de rechthoekige vorm is de meest toegepaste plattegrond. De combinatie van een efficiënte indeling en toepassing van standaard prefab betonelementen leidt tot een efficiënte, snel te realiseren garage.
  • Rond: ook bij ronde vormen is sprake van een doelmatige opzet door gebruik te maken van prefab betonelementen die in repetitie en dus efficiënt kunnen worden geproduceerd. Daarbij kan ook rekening worden gehouden met een beperkte hoogte van de vloerplaten, zodat de totale constructiehoogte beperkt blijft. De ronde vormen passen goed bij hellingbanen. Deze kunnen in een open structuur worden uitgevoerd als markant onderdeel van de vormgeving. De ronde vorm kan gelden voor de hellingbanen in combinatie met rechte gebouwdelen, maar er kan ook een zodanige ruime spiraal worden gekozen, dat ook in de ronde vorm radiaal kan worden geparkeerd.
  • Complex: parkeren wordt steeds complexer, met name in stedelijk gebied. Dit vraagt om vernieuwende oplossingen en vormen. Ook in geprefabriceerd beton is het mogelijk om met behulp van kleinere series van iets gemodificeerde standaardelementen een toegesneden oplossing te creëren voor, op het eerste oog, minder geschikte plattegronden. Dit leidt tot ingenieuze geometrische vormen voor doelmatig parkeren en daarbij behorende slimme bouwwijzen. Het gaat bij parkeren vaak om de balans tussen stedenbouw, functionaliteit, typologie, vorm en efficiënte bouwwijze. Garages die dit evenwicht bezitten, zijn de parkeervoorzieningen van vandaag en morgen.
     

Normen 

In NEN 2443 wordt de minimale vrije hoogte van parkeergarages voorgeschreven. Op plaatsen die alleen bestemd zijn voor rijdend autoverkeer mag incidenteel (onder balken of leidingen) een vrije hoogte van ten minste 2,10 m worden toegepast. De ruimten die voornamelijk door voetgangers worden betreden, moeten een vrije hoogte hebben van ten minste 2,30 m. Onder balken is een vrije hoogte van ten minste 2,20 m vereist. Een hoogte van ten minste 2,10 m is ook hier incidenteel geoorloofd ter plaatse van leidingen en andere voorwerpen die onder de constructie zijn aangebracht.
Ter plaatse van een opgaande hellingbaan moet het ontwerp plaatselijk voorzien in voldoende vrije hoogte om een opgaande beweging van een hoog vervoermiddel mogelijk te maken.

 

Detaillering 

De parkeerdekken moeten altijd van een goede waterafvoer te worden voorzien. Als er water blijft staan, is er eerder kans op bijvoorbeeld lekkende kitvoegen. Het lekwater is in de meeste gevallen door het contact met beton verzadigd met kalk en kan schade veroorzaken aan geparkeerde auto's. De detaillering rondom inwendige hellingbanen is in dit opzicht eveneens van belang. Het bovenste (niet overdekte) parkeerdek wordt meestal uitgevoerd met een waterdichte laag. De onderliggende dekken worden uitgevoerd met vloeren die voorzien zijn van een geringe toog, zodanig dat geen plasvorming optreedt. 

Afhankelijk van het stabiliteitssysteem van de constructie worden aan de voegen hoge of minder hoge constructieve eisen gesteld. Als de vloer als schijf werkt, moeten de voegen drukspanningen en schuifspanningen overbrengen. Voegen kunnen eventueel van een profilering worden voorzien om de capaciteit ervan te verhogen. Voegen tussen kanaalplaten worden gevuld met spramixbeton uitgevoerd in een nader vast te stellen betonsterkteklasse. Bij TT-platen (prefab betonnen vloersysteem dat bestaat uit een dunne bovenflens en twee voorgespannen ribben aan de onderzijde. Het element heeft de vorm van twee T’s tegen elkaar; vandaar de naam TT-plaat) zonder druklaag worden de voegen gevuld met een hoogwaardige mortel en afgewerkt met een afsluitende kitvoeg.
 

In het Handboek Prefab Beton staat meer gedetailleerde informatie over parkeergarages.